‘Leest spreekt’ is terug met nieuwe podcast-afleveringen! In deze dertiende aflevering gaat Geert Buelens in gesprek met Mathijs Sanders, aan de hand van Sanders’ nieuwe boek Boekhouders van de vergankelijkheid. Late stijl in nieuwe poëzie, dat in mei verscheen bij Poëziecentrum.

Luister mee met deze dialoog tussen twee hoogleraren Moderne Nederlandse Letterkunde: over modernisme, over het engste wat Sanders ooit heeft gedaan, over de toekomst van de neerlandistiek en over vanzelfsprekendheden die voorbij zijn. Hoe literaire waardering van vrouwelijke auteurs nog steeds wordt bepaald door wat Menno ter Braak vond – en hoe dat bij te stellen. Over poëzieonderwijs, het Noord-Nederlands perspectief, weerbaarheid van studenten en nog veel meer…



Mathijs Sanders is hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij doet onderzoek naar literatuur van de twintigste eeuw in internationaal perspectief en schrijft over hedendaagse poëzie. Sanders studeerde Nederlandse Taal en Letterkunde aan de Universiteit Utrecht, waar hij in 2002 promoveerde met zijn literatuurhistorische onderzoek Het spiegelend venster. Hij werkte als universitair docent Algemene Cultuurwetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen, en in 2016 verscheen van zijn hand de monografie Europese papieren, over intellectueel grensverkeer in het interbellum. In zijn nieuwe boek belicht Sanders de late stijl in bundels van H.C. ten Berge, Judith Herzberg, Joke van Leeuwen, Cees Nooteboom, Toon Tellegen en andere dichters die in de eerste decennia van deze eeuw met hun werk een nieuw pad insloegen.

 


Links naar besproken bronnen

  • Sanders’ boek Boekhouders van de vergankelijkheid. Late stijl in nieuwe poëzie (Poëziecentrum, 2024).
  • De recensie door Dirk De Geest van dit boek (Mappa Libri, juni 2024).
  • Het proefschrift Kentering wending knik. Dynamiek in modern dichterschap (2012) van Johan Sonnenschein.
  • De tekst van Theodor W. Adorno, ‘Beethovens late stijl’ (vertaling Eddy Bettens), in De Witte Raaf 83 (2000).
  • Het laatste interview met Edward Said (2003); de passage over late style vanaf 3:22:00.
  • Het H.C. ten Berge handboek, samenstelling Piet Gerbrandy, Mathijs Sanders & Carl De Strycker (Poëziecentrum, 2023).
  • In Geert Buelens’ Van Ostaijen tot heden (2001) over de latere Gaston Burssens: § 3.2 en § 5.3.
  • Mathijs Sanders’ proefschrift Het spiegelend venster. Katholieken in de Nederlandse literatuur, 1870-1940 (Vantilt, 2002).
  • Artikel van Erica van Boven, Koen Rymenants, Mathijs Sanders & Pieter Verstraeten over Middlebrow en modernisme (TNTL, 2008).
  • Het juryrapport van het project De verdrongen auteur (2024) van het Literatuurmuseum.
  • Bericht hierover op Tzum met onderin de reactie van Syb (maart 2024).
  • De reactie van Marc Kregting (De honingpot, maart 2024).
  • De heruitgaven van Sarnami, Hai (1969) en Strafhok (1971) van Bea Vianen bij uitgeverij Cossee.
  • De roman De klop op de deur (1930) van Ina Boudier-Bakker op DBNL.
  • De essaybundel The Verbal Icon: Studies in the Meaning of Poetry (1954) van William K. Wimsatt en Monroe C. Beardsley.

Afbeelding
Detail schutblad Mathijs Sanders, Boekhouders van de vergankelijkheid, Gent: Poëziecentrum, 2024 (foto: ES).